Het ontstaan van SDG4

Het jaar 2015 was het eindjaar voor de Education for All-doelen en de Millenniumdoelen op onderwijs. Vanaf 2012 praatte en onderhandelde de wereldgemeenschap over wat er na 2015 zou moeten gebeuren. Hoe kwamen de nieuwe onderwijsdoelen tot stand? Wie heeft meebeslist? En hoe verhouden de nieuwe EFA-doelen zich tot de nieuwe Duurzame Ontwikkelingsdoelen?

Post 2015

Het jaar 2015 was het eindjaar voor de Millenniumdoelen en de Education for All-doelen. Al vanaf 2012 besprak de wereldgemeenschap wat er daarna, ‘post-2015’, zou moeten gebeuren. Iedereen was het erover eens dat het zinvol zou zijn de afspraken te hernieuwen. Dankzij die afspraken was er jarenlang met vereende krachten doelgericht gewerkt aan het bestrijden van honger, armoede en ziekten, en aan het verbeteren van onderwijs. De levensomstandigheden van miljoenen mensen waren daardoor aanmerkelijk verbeterd.

Maar lang niet alle doelen waren in die vijftien jaar bereikt, en de verschillen in vooruitgang tussen landen en bevolkingsgroepen waren soms erg groot. Met nieuwe afspraken zouden we werk kunnen maken van de achtergebleven doelen. Wel is in de loop van de jaren gebleken dat het nodig was om de afspraken aan te passen aan nieuwe inzichten.

2000-2015

Education for All

In 2015 was het al 25 jaar geleden dat de wereldgemeenschap de afspraak maakte om goed onderwijs voor iedereen bereikbaar te maken. Dat gebeurde op de World Conference on Education for All-in 1990 in Jomtien, Thailand. Dit was de start van ‘Education for All’: een wereldwijde beweging van regeringen, maatschappelijke organisaties en internationale instellingen die zich ervoor wilden inzetten om het recht op onderwijs voor ieder mens beschikbaar te maken.

Toen tien jaar later bleek dat er wereldwijd nog altijd veel kinderen niet naar school konden, deden regeringen van meer dan 150 landen op het World Education Forum van 2000 in Dakar, Ethiopië, de toezegging dat in 2015 het recht op onderwijs voor iedereen gegarandeerd zou zijn. Dat recht werd vastgelegd in zes Education for All-doelen, het Dakar Framework.

Millenniumdoelen

De EFA-doelen vormden de basis voor de afspraken over onderwijs in de Millennium Development Goals, die enkele maanden daarna door 189 landen werden aangenomen. Er werden acht concrete doelen voor 2015 vastgesteld om armoede, honger en ongelijkheid in de wereld terug te dringen. Twee Millenniumdoelen hadden direct betrekking op onderwijs: toegang tot basisonderwijs (MDG2) en gelijke toegang tot onderwijs voor meisjes en jongens (onder MDG3).

Nieuwe EFA: Education 2030

Sinds 2012 vergaderde de internationale onderwijswereld onder leiding van UNESCO over wat er na 2015 met de EFA-agenda zou moeten gebeuren. Die wereld bestaat uit vertegenwoordigers van regeringen, VN-organisaties, maatschappelijke organisaties, onderwijsvakbonden, wetenschappelijk onderzoekers en deskundigen. Eén ding was alvast duidelijk: het recht op onderwijs moest niet worden beperkt tot toegang tot basisonderwijs, maar veel breder worden uitgewerkt.

Op basis van uitgebreide onderzoeken en diverse consultatierondes op regionaal en internationaal niveau stelde een EFA-Stuurgroep de concepttekst voor de nieuwe EFA-agenda op. Deze werd besproken en aangenomen op de Global Education for All Meeting van 2014 in Muscat, Oman.

Deze concept-agenda, de Muscat Agreement, is vervolgens besproken en aangevuld op regionale conferenties in Afrika, Azië en Latijns Amerika.

De uiteindelijke versie werd vastgesteld op het World Education Forum van 2015 in Incheon, Korea, in mei 2015. Daarmee veranderde de agenda van naam: de Incheon Declaration.

De nieuwe EFA-agenda was toen nog niet definitief. Daarmee is gewacht totdat de Verenigde Naties de nieuwe Ontwikkelingsagenda hadden vastgesteld op de top in september, zodat de agenda’s dit keer goed op elkaar zouden aansluiten. Het nieuwe Education 2030 Framework for Action is vastgesteld in november 2015, tijdens de UNESCO high level meeting in Parijs.

Nieuwe Millenniumdoelen: Sustainable Development Goals

In dezelfde periode, van 2012 tot 2015, waren de Verenigde Naties, onder leiding van Secretaris-Generaal Ban Ki-moon, bezig met het ontwikkelen van de opvolger van de Millenniumdoelen: de Sustainable Development Goals (SDGs). Die moesten worden vastgesteld door alle lidstaten op de VN-Sustainable Development Summit in New York op 25-27 september 2015.

Een belangrijk punt van kritiek op de Millenniumdoelen was, dat ze te veel van bovenaf waren opgelegd, door een beperkt aantal regeringen. Bij het opstellen van een nieuwe ontwikkelingsagenda wilde Ban Ki-moon de zaken dan ook anders aanpakken. Om zo veel mogelijk stemmen gehoord te krijgen, stelde hij een breed inspraak-circuit in. Maar ook ongevraagd hebben allerlei partijen hun visie op de nieuwe ontwikkelingsagenda gepresenteerd.

High Level Panel

Om de nieuwe agenda voor te bereiden, werd in juli 2012 het High Level Panel of Eminent Persons on the Post-2015 Development Agenda (HLP) benoemd. Dat panel bestond uit 27 personen uit diverse sectoren: overheid, maatschappelijke sector, wetenschap en het bedrijfsleven.

Open Working Group

Het HLP werkte nauw samen met de UN General Assembly Open Working Group on Sustainable Development Goals (OWG). Deze werkgroep van 70 regeringen was opgericht na de VN-conferentie over duurzame ontwikkeling in juni 2012, de RIO+20 Conference on Sustainable Development. Doel van deze werkgroep was het formuleren van een duurzame ontwikkelingsagenda.

Zowel het HLP als de OWG brachten in de VN-vergadering in september 2012 hun advies uit: de eerste over sociale en economische ontwikkeling, de tweede over duurzame ontwikkeling. Beide adviezen werden vervolgens samengevoegd tot de Sustainable Development Goals.

De Open Working Group werd vervolgens de centrale speler in het Post-2015 proces. In juli 2014 was het concept-document van de OWG klaar: een voorstel voor 17 Sustainable Development Goals.

> Bekijk de Post-2015 tijdlijn op de website van OneWorld
> Lees alles over het Post-2015 proces

Onderwijs in de SDG’s

Binnen de onderwijswereld was men het erover eens dat onderwijs, als fundament voor duurzame ontwikkeling, een prominente plaats zou moeten krijgen in de nieuwe VN-ontwikkelingsdoelen. De afgelopen jaren is er door een groot aantal partijen flink voor gelobbyd om onderwijs als apart doel (‘a stand-alone goal’) op de nieuwe ontwikkelingsagenda te krijgen. Dat doel zou bovendien veelomvattender moeten zijn dat de Millenniumdoelen op onderwijs. Die strijd is op beide fronten gewonnen: op de nieuwe VN-Ontwikkelingsagenda, de Sustainable Development Goals, staat onderwijs als SDG 4 genoemd:

Goal 4: “to ensure inclusive and equitable quality education and provide lifelong learning opportunities for all”

De rol van de GCE

Een van de partijen die intensief pleitte voor een centrale rol van onderwijs in de post-2015 agenda, is de Global Campaign for Education. In de zomer van 2012 vroeg GCE-Internationaal alle lidorganisaties naar hun vise op onderwijs in de Post-2015 Agenda. Mede op basis van de uitkomsten publiceerde GCE verschillende beleidsstukken, en praatte mee op alle niveaus. GCE-voorzitter Camilla Croso was namens maatschappelijke organisaties een van de uit 19 leden bestaande EFA-Stuurgroep.

Ook Education International, de internationale koepel van vakbonden voor mensen die werkzaam zijn in het onderwijs, was een belangrijke pleitbezorger van onderwijs in het EFA- en Post-2015 proces.

Brede steun voor onderwijsdoel

Maar het waren niet alleen onderwijsorganisaties die ervoor ijverden om onderwijs goed op de agenda te zetten. Onderwijs scoorde hoog in de inspraakrondes die Ban Ki-moon had georganiseerd.

Experts

Deskundigen en belanghebbenden konden inhoudelijk meepraten over elf onderwerpen via het internetplatform The World We Want. In de loop van 2013 werden diverse korte online consultatierondes gehouden, onder andere over onderwijs. Hoewel de meningen soms verschilden over prioriteiten en aanpak, was iedereen het erover eens dat onderwijs een eigen, centrale plaats verdiende in de nieuwe ontwikkelingsagenda.

Burgers

Ook burgers wereldwijd konden hun stem uitbrengen. Via de website My World konden zij aangeven welke van de 17 ontwikkelingsdoelen zij het allerbelangrijkst vonden. Meer dan 8 miljoen mensen brachten hun stem uit: ‘goed onderwijs’ stond voor hen met stip bovenaan.

Maatschappelijke sectoren

Om te horen wat er binnen verschillende maatschappelijke sectoren leefde, organiseerde het High Level Panel een aantal gespreksbijeenkomsten. Zo was er op 24 september 2012 een bijeenkomst met maatschappelijke organisaties over hun rol en wensen.

Andere initiatieven

Naast het formele circuit van de Verenigde Naties hebben vele andere organisaties en instellingen hun visie ontwikkeld en gepresenteerd op de toekomstige SDGs. Vele noemden en benadrukten de rol van onderwijs. Om enkele voorbeelden te noemen: Beyond 2015, een netwerk van maatschappelijke organisatie, academici en vakbonden uit meer dan 100 landen; de Wereldbank (World Bank Education Strategy 2020: Learning for All); en de Overseas Development Institute (ODI).