12-03-2018 | Op 6 en 7 maart kwamen de GCE-coalities uit Europa en Noord-Amerika bij elkaar in Kopenhagen voor de jaarlijkse vergadering. Aansluitend bespraken ze – als achterban van de bestuurszetel voor het noordelijk maatschappelijk middenveld van het Global Partnership for Education – de actuele kwesties rond dit multilaterale fonds.

Stand van zaken GCE-beweging

Volgend jaar, in 2019, is het 20 jaar geleden dat de internationale GCE-beweging werd gestart. David Archer, bestuurslid van GCE en van meet af aan betrokken bij de beweging, maakte met de aanwezigen de balans op. Volgens de laatste telling omvat de Global Campaign for Education nationale coalities in circa 87 landen – die allemaal zijn samengesteld uit netwerken van onder andere onderwijsbonden, maatschappelijke organisaties en ontwikkelingsorganisaties. Daarnaast zijn zo’n 20 internationale NGOs zelfstandig lid, zoals Save the Children, Oxfam, Education International, Results en Light for the World. Ook zijn er regionale koepels voor Afrika, Latijns-Amerika, Azië-Stille Oceaan, en voor het Midden-Oosten. De vraag of er ook voor de regio Europa en Noord-Amerika een coördinator of koepel moest komen, was een van de punten die aan de orde kwam op de vergadering in Kopenhagen.

Dankzij dit uitgebreide, wereldwijde netwerk van leden kon GCE uitgroeien tot dé vertegenwoordiger van het maatschappelijk middenveld voor het recht op onderwijs op alle relevante fora. Zowel op nationaal, regionaal als mondiaal niveau. Die positie staat echter onder druk.

Het is een wereldwijde tendens dat de ruimte voor het maatschappelijk middenveld, dat de belangen van burgers moet waarborgen naast de belangen van de overheid en de private sector, kleiner wordt. Soms door onderdrukkende regeringen, soms door de lonk of druk van het bedrijfsleven, soms door een te innige relatie met de overheid, soms door gebrek aan menskracht en middelen.

De private sector is in de afgelopen twee decennia steeds meer een partner in onderwijs geworden. GCE stelt prijs om samenwerking met de private sector, maar ziet ook dat het bedrijfsleven soms een te grote of averechtse invloed heeft, en onderwijs als publiek goed ondermijnt. Op welke vlakken en op welke manieren is betrokkenheid van de private sector bevorderend voor het voorzien in goed onderwijs voor iedereen? Over die vraag wordt binnen de GCE-beweging verschillend gedacht. Zie bijvoorbeeld de discussie over de International Financing Facility for Education (IFFEd) verderop.

In het Education 2030 Framework for Action heeft de internationale gemeenschap vastgelegd hoe we vorm kunnen geven aan de Sustainable Development Goals voor onderwijs. Toch zijn in de afgelopen jaren nieuwe initiatieven ontstaan die concurrerend zijn met de bestaande structuren. Zoals nieuwe fondsen voor onderwijshulp naast het Global Partnership for Education. Het is lang niet altijd duidelijk dat die nieuwe initiatieven een meerwaarde hebben. GCE pleit daarom voor het versterken en verbeteren voor de bestaande structuren, zodat we de schaarse middelen zo efficiënt en effectief mogelijk kunnen inzetten voor het doel waar het om gaat: goed onderwijs voor iedereen.

Die nieuwe initiatieven vragen het maatschappelijk middenveld om betrokkenheid en inspraak. Werkt GCE daaraan mee, op basis van de punten waarop overeenstemming is? Of legitimeren we daarmee dergelijke initiatieven? En hoe voorkomen we dat andere partijen worden geconsulteerd als vertegenwoordiger van het maatschappelijk middenveld omdat hun mening welgevalliger is?

Om inzichtelijk te krijgen hoe de capaciteit en slagkracht van (potentiële) GCE-coalities in onze regio versterkt kan worden, werken de coördinatoren van Duitsland, Engeland en Nederland samen aan een set aanbevelingen, gebaseerd op een inventarisatie. Deze zullen gepresenteerd worden op de vierjaarlijkse World Assembly die van 12 tot 19 november 2018 zal worden gehouden in Kathmandu, Nepal.

Global Partnership for Education

Op donderdag 7 maart kwamen de GCE-coalities en de internationale NGOs samen als achterban van een van de negentien bestuurszetels van het GPE: die van de Noordelijke maatschappelijke organisaties (‘Civil Society-1’). Deze zetel, plus de zetel voor de Zuidelijke maatschappelijke organisaties (‘CSO-2’) worden namelijk gecoördineerd door GCE.

Terugblikkend op de Financieringsconferentie van het GPE klonk over het algemeen tevredenheid met de uitkomst. In enkele landen, zoals Duitsland, Noorwegen, Italië en Nederland, is de definitieve beslissing over de bijdrage aan het GPE nog niet afgerond. Wat de andere landen gaan doen, weegt mee in de de discussies. De ‘pledge to pledge’ van Nederland maakte indruk, en de uiteindelijke toezegging van Nederland kan onze Europese collega’s dus over de streep helpen.

De formulering van de toezeggingen op de Conferentie was niet altijd eenduidig, wat de controle ervan zal bemoeilijken. GCE heeft aangedrongen op transparantie en monitoring. De details over de pledges zijn hier te vinden. Op 1 april dient de lijst compleet te zijn.

Nieuwe initiatieven

Tony Baker, CSO-1 bestuurslid, presenteerde drie nieuwe initiatieven van het GPE:

GPE Multiplier Het uitgangspunt van het GPE is dat het ontvangende land zelf maximaal investeert in onderwijs en dat de steun van het GPE daarop aanvullend is. Om te waarborgen dat GPE-geld werkelijk additioneel is, neemt het GPE een proef met de Multiplier, waarmee investeringen in onderwijs worden vermenigvuldigd. In eerste instantie in landen die momenteel niet in aanmerking komen voor GPE-fondsen.

Advocacy and Social Accountability (ASA) Een voorwaarde om in aanmerking te komen voor steun van het GPE is dat de aanvraag moet zijn onderschreven door de Local Education Group: een nationaal partnerschap van de diverse sectoren die betrokken zijn bij onderwijs. Het maatschappelijk middenveld is een van die partijen. Om hun betrokkenheid en invloed te versterken, voert het GPE het Civil Society Education Fund – een programma dat momenteel nog wordt beheerd door GCE. Het is onlangs (gunstig) geëvalueerd, en zal als basis dienen voor het vernieuwen van dit programma.

Knowledge and Innovation exchange (KIX) Voor betere kennisuitwisseling.

International Finance Facility for Education

Veel aandacht ging uit naar de International Finance Facility for Education, IFFEd. De IFFEd is een initiatief van de Education Commission, een commissie onder voorzitterschap van Gordon Brown, die in 2015 is ingesteld om een oplossing te vinden voor het financieringstekort voor onderwijs. De Commissie constateerde onder andere: zelfs al spannen alle partijen – ontwikkelingslanden, donoren en instellingen als GPE – zich maximaal in, dan nog blijft er een financieringstekort over van 3%, met name in de lage- en middeninkomenslanden. Als oplossing stelde de Commissie voor een partnerschap op te richten van donorlanden, ontwikkelingslanden, private partijen en internationale financieringsinstellingen, dat zachte leningen toegankelijk maakt voor deze landen: de IFFEd.

Voor GCE is de waarde van een nieuwe instelling voor onderwijshulp echter niet aantoonbaar. Met het Education 2030 Framework for Action zijn allerlei maatregelen afgesproken waarmee de internationale onderwijsdoelen kunnen worden behaald, en de bestaande organisaties functioneren voldoende. GCE ziet liever dat initiatieven voor onderwijshulp elkaar aanvullen en versterken, zodat het geld zo veel mogelijk terecht komt bij de mensen die het nodig hebben.

Naast GCE staat ook het GPE kritisch ten opzichte van het IFFEd. Officiële standpunten worden later dit jaar verwacht. Punten van zorg die door de aanwezigen werden genoemd: • Het is risicovol om leningen te verstrekken aan landen waar de schuldenlast al hoog is, en aan landen die in noodsituaties verkeren. • Geld dat bedoeld is voor onderwijs, een publiek goed, komt terecht bij commerciële banken. • Er zijn andere manieren om het 3%-financieringsgat te dichten; laten we daarnaar kijken in plaats van nieuwe (dure) structuren op te richten. Bijv: zorgen voor betere belastingsystemen. • Hoe verhouden korte termijn leningen zich tot onderwijs als lange termijn-doel? • IFFEd komt in het vaarwater van het GPE: IFFEd gaat mogelijk naast leningen ook grants verstrekken, werkt deels in dezelfde landen en met dezelfde thema’s. Dat strookt niet met het vereenvoudigen van hulprelaties. Harmonisatie is gewenst. • Er is nog veel onduidelijkheid over de opzet van de IFFEd en de besluitvorming van de Education Commission is lang niet altijd transparant.

Rob Doble, Hoofd Beleid, Lobby en Communicatie bij Save the Children en lid van de Grants Committee bij GPE, kreeg ruime gelegenheid om in te gaan op de vele vragen en om uit te leggen waarom Save the Children IFFEd wel ondersteunt. Oordelend op vier criteria scoort IFFEd volgens Save the Children positief: • ‘Equity’: komt het ten goede aan de meest gemarginaliseerde kinderen? • ‘Effectiveness and efficiency’: is het IFFEd aanvullend op bestaande hulp, of komt het in de plaats van andere hulp of van eigen overheidsbestedingen? • ‘Debt sustainability’: leveren de leningen extra risico’s op voor arme landen? • ‘Governance’: is er een solide aanvraagprocedure?

Overig

Andere punten die op de vergadering aan de orde kwamen:

  • De Global Action Week for Education 2018
  • De World Assembly
  • G7 en G20
  • Education Cannot Wait
  • Inclusief onderwijs, gender, jongeren

Wilt u meer informatie over een van de onderwerpen, neem contact op met GCE-NL.

Aan de vergadering namen deel: • GCE-coalities uit: Denemarken, Spanje, Italië, UK, US, Noorwegen, Canada, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Nederland, • INGO’s: Oxfam, Oxfam Ibis, Save the Children, Plan, Action Aid, ICEVI, Education International, Light for the World, Results, CBM