18-11-2015 | Zonder onderwijshulp gaat het zeker de armste landen niet lukken om goed onderwijs voor iedereen te realiseren. Externe financiering is vooralsnog onmisbaar. De Nederlandse regering zou veel meer moeten opkomen voor voldoende wereldwijde onderwijssteun. Deze boodschap heeft GCE-NL naar minister Ploumen en de Tweede Kamer gestuurd, aan de vooravond van de begrotingsbehandeling van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op 23 november a.s.

Wereldwijde crisis

In de conceptbegroting 2016 van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking komt onderwijs nagenoeg niet meer voor. Sinds de regering in 2010 besloot onderwijs als prioriteit te laten vallen, is het budget in snel tempo afgebouwd. Helaas besloten tegelijkertijd ook andere belangrijke donorlanden en instellingen als de EU te bezuinigen op onderwijs. Daardoor is er een wereldwijde crisis ontstaan in de financiering van onderwijs. Vooral de armste landen worden daardoor getroffen. Dat blijkt het Education Aid Watch Report 2015 dat GCE heeft gepubliceerd.

Constructieve rol

Hoewel onderwijs geen prioriteit meer is in het huidige ontwikkelingsbeleid, kan Nederland nog steeds een constructieve rol spelen bij het realiseren van goed onderwijs voor iedereen. In een brief aan minister Ploumen en de TK-woordvoerders Ontwikkelingssamenwerking noemt GCE-NL een aantal maatregelen die de Nederlandse regering zou kunnen nemen, zoals meer aandacht besteden aan onderwijsprogramma’s binnen de speerpunten, met name die voor economische groei en werkgelegenheid en in het beleid voor gendergelijkheid en SRGR.

Noodhulp

Ook zou Nederland een voortrekkersrol kunnen spelen bij het concreet maken van een beleidsvoornemen van de EU om 4% van het budget voor humanitaire hulp te besteden aan onderwijs. Ten slotte zou Nederland zich in internationaal overleg veel sterker moeten maken voor voldoende financiering van onderwijs door de EU, VN-organisaties en Internationale Financiële Instellingen.

Lees de brief van GCE-NL aan de Tweede Kamer